De lijst met emittenten opgesteld door Oblis werd nogmaals uitgebreid met een nieuwe naam. Het betreft meer bepaald die van Oriflame, een Zweeds cosmeticabedrijf.
Opgericht in 1967 is Oriflame gespecialiseerd in de directe verkoop van cosmetica in meer dan 60 landen via een netwerk van 3 miljoen onafhankelijke verkopers. Dat netwerk maakte het mogelijk een omzet van 1,30 miljard euro te realiseren. Het bedrijf is vergelijkbaar met Coty en Avon.
Geconfronteerd met een aantal uitdagingen kondigde de stichtende familie Jochnik in mei een reorganisatie aan. Het aantal producten in aanbod wordt teruggedrongen, het bedrijf wil zich nog uitsluitend focussen op producten met hogere marges. De operatie gaat gepaard met een bod op uit de uitstaande aandelen door de familie Jochnik. Die bezit al 30% en koopt de resterende uitstaande aandelen in via een speciaal opgerichte structuur: Walnud Bidco. De delisting moet al op korte termijn rond zijn. De vastgelegde datum is namelijk 3 juli.
De emissie van een obligatie door Walnud Bidco moet tegen die achtergrond bekeken worden, de opbrengst van die obligatie zal gebruikt worden voor de financiering van de overname. Er werd in totaal 475 miljoen euro opgehaald via een obligatie in euro die loopt tot 1 augustus 2024 en met een coupon van 6,75%. Ze noteert momenteel aan 102,32%, zodat het rendement 6,20% bedraagt. Het betreft uiteraard een speculatieve obligatie bij zowel Standard & Poor’s (B+) als Moody’s (B1). De mate waarin Walnud Bidco aan haar verplichtingen kan voldoen, is afhankelijk van de financiële en operationale slagkracht van Oriflame.
Volgens de analisten van SpreadResearch evolueren de resultaten van Oriflame in negatieve zin. Operationeel lijken de zaken echter te verbeteren en dat zou ook moeten blijken uit de cijferse over het tweede kwartaal. In China lijkt de markt zich te stabiliseren, terwijl ook uit andere delen van de wereld positieve signalen binnenlopen. Het bedrijf is naar eigen zeggen actief in die delen van de wereld die goede groeivooruitzichten te bieden hebben. De stevige generatie van cash flows is in ieder geval een positief punt, deze moet het mogelijk maken om de schulden stapsgewijs af te bouwen. Negatieve factoren zijn dan weer de afhankelijkheid van de rechtstreekse verkoop en de flauwe kwartaalcijfers.