Op vrijdag 30 mei zijn de definitieve cijfers over het consumentenvertrouwen gepubliceerd. Het vertrouwen van Amerikaanse consumenten in de economie is in mei uitgekomen op 52,2. Dit is exact gelijk aan het cijfer over april. Deze index stond een jaar geleden nog op 69,1. Het vertrouwen in de huidige staat van de economie is verslechterd van 59,8 naar 58,9.
De inflatieverwachting voor de komende 12 maanden is gestegen van 6,5 procent in april naar 6,6 procent (een eerdere raming ging uit van een stijging naar 7,3 procent). De toename met slechts 0,1 procent komt neer op de kleinste stijging sinds de verkiezingen. Hiermee komt er een einde aan een reeks van vier maanden met enorme grote sprongen in de korte termijnverwachtingen. De inflatieverwachting voor de komende 5 jaar daalde van 4,4 naar 4,2 procent.
Joanne Hsu van de Universiteit van Michigan heeft uitgelegd dat de interviews voor deze publicatie zijn afgenomen in de tweede helft van mei. Dit is na de aankondiging van een pauze en verlaging op sommige importtarieven vanuit China. Volgens Hsu is dit dan ook de voornaamste reden achter de verbetering in de definitieve cijfers ten opzichte van de voorlopige cijfers.
Amerikaanse PCE-kerninflatie daalt licht
De basisprijsindex van de Persoonlijke Consumptie-uitgaven (PCE) meet de wijzigingen in de kostprijs van goederen en diensten gekocht door de consument met het oog op consumptie. De prijzen worden gewogen volgens de totale uitgave per item. Het meet de prijswijzigingen vanuit het standpunt van de consument. Het is een belangrijke manier om veranderingen in het koopgedrag en de inflatie in de VS te meten.
De PCE-kerninflatie is wederom gedaald in april naar 2,5 procent op jaarbasis. In maart kwam dit cijfer uit op 2,7 procent. Dit cijfer is zoals bekend een belangrijke indicator voor het monetaire beleid van de Fed. De algemene inflatie is uitgekomen op 2,1 procent. Op maandbasis zijn zowel kern- als de algemene inflatie echter met 0,1 procent gestegen.
De inkomens zijn in april met 0,8 procent toegenomen. De bestedingen van de Amerikanen zijn in april met 0,2 procent gestegen. De Amerikaanse consumenten hebben derhalve uit voorzichtigheid een deel van de extra inkomsten toegevoegd aan de spaarmiddelen.
De Amerikaanse beurzen zijn vrijdag op al deze cijfers en met name als gevolg van nieuwe dreigingen van Trump richting China verdeeld gesloten. De S&P 500 daalde met 0,1 procent en de Nasdaq met 0,3 procent. De Dow Jones noteerde een stijging van 0,1 procent. Niettemin is de S&P 500 in de maand mei met 6 procent toegenomen. Dit komt neer op de beste meimaand voor deze index sinds 1990.