Doet de olieprijs er nog wel toe?

 | 08.05.2019 11:44

Er was een tijd, dat stijgende olieprijzen een voorbode waren van economische ellende. Het laatste voorbeeld stamt uit de jaren 2011 – 2014. Hoge prijzen voor een vat olie waren een sta-in-de-weg voor een snel herstel. Het zou daarom logisch zijn als de sterke stijging van de olieprijs sinds december 2018 voor de nodige onrust zou zorgen. Maar nee, aandelenkoersen zijn alleen maar verder omhoog gekropen en de vrees voor een recessie wordt steeds kleiner.

Economen wijzen op twee factoren ter verklaring. De stijging van de olieprijs is volgens hen slechts ten dele te wijten aan mogelijke tekorten, maar ten dele ook aan een verbeterde vraag dankzij een sterkere economie. Daarom zijn olieconsumerende landen ook beter in staat de stijging probleemloos te verwerken. Een tweede factor van belang zijn diepgaande veranderingen in de oliemarkt zelf. Dan gaat het vooral om de schalieproductie in de VS. Die is zo snel gegroeid en de kosten zijn zo omlaag gegaan dat klassieke schokken steeds minder waarschijnlijk lijken.

Wil een schok in de aanvoer van olie echt een uitwerking hebben, dan moet de verstoring een langdurig karakter hebben. Het wegvallen van Venezuela en Iran is tot dusverre gemakkelijk opgevangen door Amerikaanse schalie, Russische olie of olie uit OPEC-landen die om geld zitten te springen om hun economie meer te diversifiëren.

Ondanks al dat optimisme kan een olieschok een fragiele economie nog steeds schade toebrengen. Onder de huidige instabiliteit in de wereld kunnen prijzen langdurig hoog een ook nog volatiel zijn. De Amerikaanse schalieproductie kan niet eindeloos opgevoerd worden. Bovendien blijken bedrijven niet altijd bereid of in staat om de productie op te voeren telkens wanneer prijzen omhooggaan. Ondanks alles duurt het toch minstens 6 maanden om een productieverhoging in de praktijk waar te maken. Daar komt nog bij dat het schalielandschap veranderd is. Het veld wordt nu bevolkt door grotere en gevestigde bedrijven. Die kunnen wel leven met tijdelijke prijsvolatiliteit en zijn alleen daarom al uit kostenoverwegingen minder geneigd om steeds opnieuw de productie naar boven of naar beneden aan te passen.