Het 2e kwartaal van 2014

 | 03.07.2014 13:44

Hoewel de officiële berichten over de Amerikaanse economie positief zijn is er nog steeds een groot aantal onheilsprofeten in het alternatieve circuit. De eerder gesignaleerde kloof tussen de cijfers van het officiële “bureau of labour statistics” en die van het onafhankelijke “shadow government statistics” lijkt zich verder te verdiepen. De veelgehoorde kritiek dat het extra geld dat de FED in de omloop brengt slechts de financiële elite, Wallstreet en een aantal financiële producten ten goede komt wordt door de feitelijke gang van zaken in de reële economie van de VS en de ontwikkeling van de Amerikaanse beurzen volgens velen niet gelogenstraft.

Een vergelijking van een tweetal Amerikaanse aandelen indexen, i.c. de Russell 2000 en Standard & Poor 500 is een meerdere opzichten interessant. De Russell 2000 is een breder index dan de S&P 500. In de eerste index zit, meer dan in de tweede, de beurswaardering van kleine en middelgrote Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen verwerkt. De weging van grote bedrijven is in de S&P 500 index bovendien veel zwaarder.

In de grafiek hieronder is een variant op de ontwikkeling van de relatieve sterkte van de indexen gemaakt. Op het startmoment, net voor de Lehman-crisis, zijn beide indexen op 100% gezet. Het vervolg in de grafiek is steeds de procentuele ontwikkeling t.o.v. de startwaarde.