De halfgeleiderindustrie deed het gisteren prima op de Amsterdamse beurs. ASMI (AS:ASMI) steeg 5 procent, ASML (AS:ASML) 3,1 procent en BESI (AS:BESI) 4 procent. Mogelijk dat dit te maken had met de aankondiging van Nvidia (NASDAQ:NVDA) van een nieuwe generatie van videokaarten die onder meer gebruikt worden voor het spelen van online games. Dinsdag deed CEO Huang de aankondiging hiervan op YouTube. Beleggers reageerden enthousiast: gisteren opende Nvidia direct al 6,4 procent hoger. Hiervan bleef bij het slot gisteravond 3.8 procent over op 573,86 dollar. Dit was een nieuwe recordslotstand voor deze Amerikaanse producent van grafische kaarten.
Het gaat al langer prima met Nvidia. Dit is leuk voor de cliënten van Fintessa, want de aandelen zitten al een tijdje in de portefeuilles. Eerder dit jaar passeerde Nvidia Intel (NASDAQ:INTC) als grootste bedrijf in de halfgeleiderindustrie op basis van marktkapitalisatie. Op het recordniveau van gisteravond bedroeg deze 354 miljard dollar. De producten van Nvidia worden vooral geleverd aan de gamingindustrie en aan de exploitanten van datacenters. Beide sectoren profiteren momenteel optimaal van de coronapandemie waarbij veel meer thuis online gewerkt en geshopt wordt. De ontwikkeling van de nieuwe generatie videokaarten deed Nvidia samen met Micron Technology (NASDAQ:MU) en Samsung (LON:0593xq). Ook de aandelen van deze ondernemingen waren in trek bij beleggers. De nieuwe kaarten maken voor diverse games een optimaler gebruik van ‘ray tracing’ mogelijk. Dit is een methode om driedimensionale objecten in games tweedimensionaal afgebeeld te krijgen. Met andere woorden, de games die hier gebruik van maken zien er voortaan nog realistischer uit. Eén van die games is het populaire Fortnite dat onlangs nog uit de appstores van Apple (NASDAQ:AAPL) en Google werd geweerd. Naast het leveren van een nog realistischere afbeelding zijn de nieuwe grafische kaarten ook veel sneller, tot wel 60 procent, en tot 10 keer stiller.
Beleggers duiken massaal op de eerste groene obligatie van Duitsland
In een wereld waar ‘duurzaam’ een steeds grotere trend wordt, kunnen overheden niet achterblijven. Daarom worden er tegenwoordig naast de traditionele staatsobligaties ook groene versies uitgegeven. Met de opbrengst van groene obligaties zullen overheden alleen duurzame projecten financieren. Gisteren volgde, na eerdere emissies van Polen, Frankrijk, Zweden en Nederland ook Duitsland. De eerste ‘Grüner Bund’ kwam gisteren in notering. Er werd voor 6,5 miljard euro opgehaald, de vraag was echter ruim 5 maal zo groot. Er werd voor 33 miljard euro ingetekend door beleggers. Een grote koper is naar verwachting de ECB. De centrale bank maakte onlangs bekend dat ook groene obligaties onder het lopende opkoopprogramma gekocht zullen worden.
De innovatieve Duitse staatslening heeft een looptijd van 10 jaar maar er worden meerdere emissies op korte termijn verwacht met andere looptijden. Een tweede emissie wordt nog dit jaar verwacht. Duitsland heeft zich voorgenomen om dit jaar voor 11 miljard euro aan groen papier uit de markt te halen. Bijzonder aan de groene lening van Duitsland is dat de lening te allen tijde inwisselbaar is voor een conventioneel exemplaar met een gelijke coupon en looptijd. Dit moet de koudwatervrees van beleggers wegnemen. Maar dit is eigenlijk niet nodig. Alles wat duurzaam is kan immers op grote belangstelling kan rekenen. Daarom is een groene obligatie duurder dan de traditionele versie. Dit komt tot uiting in de rentevergoeding, deze is lager. De rente op de Duitse groene obligatie was gisteren 1 basispunt (0,01 procent) lager dan die van het vergelijkbare grijze exemplaar. Met een coupon van 0 procent en een koers van 104,72 procent kwam het effectieve rendement uit op -/-0,463 procent.
ABN AMRO (AS:ABNd) schat in dat het prijsverschil tussen groene en grijze staatsleningen gemiddeld zo’n 2 basispunten zal bedragen.