Hieronder ziet u in de grafiek de werkgelegenheidscijfers van de VS vanaf 1993. De blauwe lijn geeft de werkgelegenheid weer in de productie-sector; de rode lijn de werkgelegenheid in overheidsdienst.
U kunt zien dat vanaf 2000 de werkgelegenheid in de productie in ‘s werelds grootste economie keldert, wat met een gestaag stijgend aantal Amerikanen in overheidsdienst er toe leidde dat in 2004 beide sectoren evenveel werkgelegenheid boden. Een vanuit economische bril gezien weinig vrolijk stemmende ontwikkeling, aangezien het geld in een land verdient wordt in de productie, en niet in overheidsdienst. Hoe dan ook, echt fout gaat het pas met het uitbreken van de kredietcrisis in 2008, waarbij de werkgelegenheid in de productiesector nogmaals zo’n 20% daalt.
Des te opmerkelijker is het dan ook dat de Dow Jones ondanks de vrije val in 2008 nu weer gedurende heel 2013 het ene record na het andere haalt. Dit heeft echter alles te maken met het feit dat het merendeel van de handel op de Dow Jones plaats vindt door software-programma’s van de grote financiële instellingen die elkaar in milliseconden grote hoeveelheden aandelen toeschuiven, ondersteund door het gegeven dat het merendeel van de stimulatie maatregelen van de FED terechtkomen bij diezelfde grote financiële instellingen.
Kortom, een aantrekkende index als de Dow Jones heeft geen relatie meer met de stand van de economie, wat de officiele media ook beweren.
In bovenstaande grafiek ziet u ook de beeltenis van mijn grote vriend Obama. Hoewel hij nu Bush de schuld geeft van alle problemen in de Amerikaanse huizenmarkt was hij het die in 1995 Citybank voor het gerecht sleepte om ze te dwingen ook hypotheken te gaan verstrekken aan de meest armlastige Amerikanen. Waar dat toe geleid heeft, sleept zich tot op de dag van vandaag voort.
Hoe dan ook, een ingestorte economie, een dollar als wereld-reservemunt die zijn status aan het verliezen is, een stroom aan oorlogen die onder valse voorwendsels worden ingezet; het is geen fraai beeld wat deze voormalige baken van vrijheid ons toont. En met de val als wereldleider valt ook haar dollar als wereldstandaard, en met de dollar de andere munten die in het Westers machtsgebied verkeren: het Engelse pond, de Europese euro en de Japanse Yen. Niet zozeer ten opzichte van elkaar, maar wel ten opzichte van de munten die een intrinsieke waarde bezitten. Gouden en zilveren dus.
Het is daarom dat de nu al ruim twee jaar durende daling van de goud- en zilverprijs u geen slapeloze nachten hoeft te bezorgen. Bereid u voor op grote klappen: hoe op korte termijn de prijs van edelmetalen ook mogen uitpakken, zal uiteindelijk de waarde ten opzichte van ons huidige casinogeld de doorslag gaan geven. We naderen het eindspel.