Gisteravond kwam het van oorsprong Nederlandse chipbedrijf NXP Semiconductors (NASDAQ:NXPI) met de cijfers over het vierde kwartaal. De voormalige dochter van Philips (AS:PHG) heeft de omzet in het afgelopen kwartaal met 2% zien dalen tot 2,4 miljard dollar. Vooral uit de (Duitse) automotive-sector en de industriële eindmarkten in China kwam minder vraag naar de chips van NXP. Wel was de behaalde omzet beter dan de gemiddelde verwachting van analisten. De consensus lag zo’n 20 miljoen dollar lager. De winst in het vierde kwartaal kwam uit op 276 miljoen dollar. Dit is per aandeel 94 dollarcent wat (veel) beter is dan de verwachting van analisten. Deze voorzagen volgens FactSet gemiddeld 42 dollarcent.
De verzwakking van de markt voor semiconductors in het vierde kwartaal zal een vervolg krijgen in de eerste helft van dit jaar, denkt CEO Richard Clemmer. Hij verwacht dat in het eerste kwartaal de omzet tussen de 5% en 11% lager zal uitkomen dan in dezelfde periode een jaar geleden. Dat is ongeveer 15 miljoen dollar minder dan de doorsnee analistenconsensus. Ook de verwachte brutomarge ligt iets lager dan de consensus: 51,6% á 53% versus 53,1%. Hiermee sluit Clemmer aan bij zijn concullega’s die al eerder voorzichtig waren over de komende maanden. Ook zij voorzien minder vraag vanuit China. Wel voorspellen veel van hen dat de marktomstandigheden in de tweede helft van het jaar weer zullen aantrekken vanwege de groeiende vraag naar chips voor onder andere 5G-netwerken en de voortgaande ontwikkeling van zelfrijdende auto’s.
Aangezien de effectenmarkten ongeveer 6 maanden vooruitlopen op de actualiteit, zien we al enige tijd een herstel van de effectenkoersen van chipbedrijven. Zo ook bij NXP. Vorig jaar daalde de koers met 38%, mede doordat het bod van Qualcomm (NASDAQ:QCOM) niet doorging. Dit jaar is de koers echter alweer met 27% opgelopen. In de elektronische handel nabeurs steeg het aandeel gisteravond ongeveer 0,5% op de recente cijfers maar nu lijkt het aandeel vanmiddag toch lager te gaan openen.
Voorlopig geen grensoverschrijdende fusies in Europa
De ECB zou graag zien dat grote banken in de Europese Unie fuseren met een grote bank uit een ander land in de Europese Unie. Daarom adviseert de centrale bank uit Frankfurt bijvoorbeeld Deutsche Bank (DE:DBKGn) om niet te fuseren met Commerzbank (DE:CBKG), maar om over de grens toenadering te zoeken bij een concurrent. Ook vorige maand op het World Economic Forum in Davos was het idee van een pan-Europese bankenconsolidatie een veelbesproken topic. Europese banken zouden voldoende schaalgrootte moeten creëren om het in de toekomst op te kunnen nemen tegen Amerikaanse concurrenten die, dankzij de brexit, steeds meer vaste voet krijgen op het Europese vaste land. CEO Hamers van ING ziet een fusie van zijn bank echter helemaal niet zitten en voorlopig ook niet gebeuren. Hamers liet zich hierover uit bij de presentatie van de prima jaarcijfers van ING (AS:INGA) gisteren.
Te groot verschil in kostenefficiëntie
Met een kost ratio in 2018 van 54,8% is ING een aantrekkelijke fusiepartner. ING zit hiermee immers fors lager dan wat een gemiddelde Europese bank aan kosten maakt om 1 euro te verdienen. Het Franse BNP Paribas (PA:BNPP), dat gisteren eveneens met de jaarcijfers kwam, maakt bijvoorbeeld 72 eurocent aan kosten om 1 euro te verdienen. Hiermee zit de Franse bank dicht in de buurt van het Europese gemiddelde. Indien Deutsche Bank met ING zou willen fuseren dan zou ING hier helemaal niets mee opschieten: De grootste Duitse commerciële bank is namelijk zeer kosteninefficiënt. Deutsche moet maar liefst 94 eurocent aan kosten maken om 1 euro te verdienen.
Maar ook het gebrek aan een Europees depositogarantiestelsel verhindert een grensoverschrijdende fusie in Europa. Dit sluitstuk van de Europese bankenunie komt vooralsnog niet van de grond vanwege politieke onwil. ‘Zonder dat stelsel kun je als bank je kapitaal en liquiditeit niet optimaliseren. Dat zit vast per land’, aldus Hamers.